In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse, Canadese en Poolse leger. Deze samenwerkende legers werden de 'geallieerden'' genoemd. Het gebied boven de grote rivieren (vooral de grote steden in het westen) was nog niet bevrijd; een gewaagde poging daartoe mislukte in september. De bewoners boven de rivieren, vooral in West-Nederland, hadden vervolgens te lijden onder een verschrikkelijke 'Hongerwinter'. Er was bijna geen eten meer; mensen aten bijvoorbeeld tulpenbollen om in leven te blijven. Meer dan 20.000 mensen stierven van honger.

In het voorjaar van 1945 slaagden de geallieerden erin om met een nieuw offensief de grote rivieren over te steken en de Duitse defensie te breken. Op 5 mei 1945 gaf het Duitse leger zich over en was heel Nederland bevrijd (zie Bevrijdingsdag).